Op maandag 15 januari 1934 werd te Heerde de Christelijke Muziekvereniging ‘Soli Deo Gloria’ opgericht. De vergadering daartoe gehouden in een der lokalen van de Gereformeerde Kerk was uitgeschreven door een comité bestaande uit een achttal heren, t.w. P.J. Nicolai , A. Smits, G. van Olst Gzn., J. Tabak, H.J. van Apeldoorn, L. Beekhuis, A. Brasjen en J. Dop, waarvan er 4 tot de Hervormde Kerk en 4 tot de Gereformeerde Kerk behoorden.
Na het lezen van Psalm 150 ontwikkelde de spreker enige gedachten naar aanleiding van het schriftgedeelte, waarbij hij duidelijk in het licht stelde, dat men met de oprichting beoogde, ‘de Heere te loven’.
Op verzoek van de heer A. Smits deed de heer J. Tabak hierna verschillende mededelingen aangaande het werk van het voorlopig comité. O.a. zei hij ‘Een ieder zal kunnen nagaan dat, nu de instrumenten er zijn, hier veel voorbereidend werk aan vooraf is gegaan. Het liet zich echter herhaaldelijk aanzien, dat pogingen tot oprichting te komen, zouden mislukken. Maar tenslotte liep het nog vlotter dan verwacht’.
Verder memoreerde hij de vergadering van 29 december 1933 te zijne huize, waar besloten werd om voor een bezetting van 17 personen een prijsopgave te vragen bij de ‘Nationale Fabriek van Muziekinstrumenten’ en bij ‘Konefa’, beiden te Tilburg. De offerte van ‘Konefa’ bleek het voordeligst. Zij boden n.l. gebruik doch als nieuw opgemaakte instrumenten aan, waaronder: 2 Cornets, 6 Bugels, 2 Alto’s, 2 Baritons, 2 Tuba’s, 1 Helicon, 1 Grote Trom, 1 Kleine Trom, stoelen en riemen voor de grote en de kleine trom 16 studieboekjes en 17 opvouwbare gebronsde lessenaars, voor een totaalbedrag van fl. 420,00, excl. provisie.
In verband met de het op 1 januari 1934 in werking tredende wet op de omzetbelasting, werd de order aldaar geplaatst, onder het beding dat men geen OB verschuldigd zou zijn. Het benodigde kapitaal was aanwezig omdat door verschillende personen in totaal fl. 400,00 was toegezegd. De heer Van Doornum uit Epe, dia als adviseur had gefungeerd, bood zich aan als tijdelijk dirigent tegen een honorarium van fl. 2,00 vrij geld per avond. Zijn aanbod werd aanvaard, doch hierbij werd gesteld dat hij de 40 cent reiskosten niet vergoed kreeg, omdat de kas dat niet toeliet.
Op de oprichtingsvergadering werden de volgende personen als lid genoteerd: T. van Duuren, G. van Dijk, J.W. van Engelenburg, H. Ruis, H. Stoffer, J. Nagelhout, W. van Keulen, T. van Lohuizen, J. van Marle, G. IJzerman, H. van Gelder, H.J. ten Hove, Joh. Ten Hove, R.D. Albers, B.J. Smit, Joh. Smit, J. Wonink, L. Wonink, W. Snijder, G.B. van Weeghel en T.H.F. Janssen. Toen de 21 leden officieel waren ingeschreven, kon men overgaan tot de bestuursverkiezing. De heer H. van Apeldoorn was afwezig en de heren A. Brasjen, J. Dop, P.J. Nicolai, G. van Olst Gzn en A. Smits lieten weten dat ze geen bestuursfunctie ambieerden. De uitslag van de stemming was als volgt: J. Tabak 21 stemmen, J. Nagelhout 21, W. Snijder 17, J.W. van Engelenburg 17, B.J. Smit 16, H. Stoffer 16, L. Beekhuis 20 en G. van Weeghel 20 stemmen.
Na de stemming werd met applaus aanvaard, om die leden van het comité, die geen zitting in het bestuur hadden, tot Ereleden te benoemen. Voor het opstellen van de statuten, heeft men gebruik gemaakt van een tweetal reglementen, t.w. van de Christelijke Muziekvereniging ‘Euphonia’ te Epe en van de Christelijke Muziekvereniging ‘Hattem’. Bij vergelijking prefereerde men de statuten en het huishoudelijk reglement van ‘Hattem’. Na enige bespreking over de naam werd artikel 1 als volgt overgenomen: ‘Er bestaat te Heerde een Christelijke Muziekvereniging ‘Soli Deo Gloria’ genaamd, die gegrond op Gods Woord, zich ten doel stelt de muziek als gave Gods te oefenen en daarmee Gods Naam te verheerlijken’.
Naast meerdere aanpassingen werd artikel 15 als volgt geformuleerd: De vereniging houdt op te bestaan, wanneer zij minder dan vijf leden telt en wanneer een daartoe strekkend voorstel met algemene stemmen van de vereniging wordt aangenomen. Alsdan haar bezittingen met inachtneming van de voorschriften van artikel 1702 van het Burgerlijk Wetboek, aan de ‘Vereniging tot Oprichting en Instandhouding van Christelijke Scholen’ te Heerde vervallen.
Aangezien er 21 personen zich als lid hadden aangemeld en er maar 17 instrumenten beschikbaar waren, werd het besluit genomen om ‘Konefa’ te verzoeken om nog voor de eerste repetitie 4 instrumenten na te leveren.
Tot slot wees de voorzitter er op dat samenwerking tot het welslagen van deze vereniging onontbeerlijk was.
Na de oprichtingsvergadering bleven de gekozen bestuursleden nog even na, om de functies te verdelen. Hiervan was de uitslag: J. Tabak voorzitter, G.E. van Weeghel secretaris, J. Nagelhout penningmeester, M. Snijder 2e voorzitter, J.W. van Engelenburg 2e secretaris, B.J. Smit 2e penningmeester, L. Beekhuis en H. Stoffer bestuursleden.